Faciliteiten om te waterskiën zijn overal in België te vinden, bij meren, rivieren en op zee. Ze kunnen variëren van kleine clubs van 20 personen met hun eigen uitrusting tot enorme skicentra met boten en instructeurs. Veel clubs hebben een regeling waarbij je voor individuele sessies kunt betalen in plaats van een lidmaatschap. Sommigen hebben een kabel-sleepvoorziening, waarbij je door een automatische kabel rond een meer wordt getrokken. Dit is erg kostenbesparend omdat het goedkoper is dan het gebruik van een boot.
De beste manier om te leren is door te beginnen aan een stang die aan één kant van een boot uitsteekt. Deze stang is stabiel en de instructeur zit naast je in de boot. De meeste mensen gaan tijdens hun eerste sessie van de stang naar achter de boot, maar maak je geen zorgen als je dat niet doet, alles in je eigen tempo. Waterski centra bieden meestal al het benodigde materiaal, dus het enige dat je nodig hebt is een zwempak of een zwembroek.
Tips tijdens het waterskiën
Stretch je voordat je het water op gaat en als je terugkomt. Concentreer je op je rug, armen en benen. Het stretchen als je terugkomt is het belangrijkst, want die lichaamsdelen worden zeer intensief gebruikt tijdens het waterskiën.
Verreweg de meest voorkomende beginnersfout is om te snel op te staan als het touw begint te trekken. Start in het water met je knieën tot aan je borst gebogen, je armen kaarsrecht en buiten de knieën. Terwijl het touw begint te trekken, houd je de armen gestrekt, ga nu langzaam recht staan. Houd de schouders horizontaal en het touw tussen de ski’s.
Als je eenmaal overeind staat, moet je hoofd zich recht boven de voeten bevinden. Het is een beetje zoals schaatsen: als je te ver achterover leunt, val je meteen achterover; te ver naar voren, en je gaat plat op je gezicht.
Kijk altijd vooruit, naar de horizon of naar de boot. Als je maar even naar de ski’s kijkt, ga je onderuit. Als je voelt dat je het evenwicht verliest en valt, laat dan het touw los. Maak je geen zorgen, je blijft drijven, je draagt immers een reddingsvest.
Als je eenmaal zelfverzekerd bent om in een rechte lijn te skiën, dan kun je links en rechts achter de boot beginnen te carven en echt vaart maken. Om het kielzog van de boot over te steken, absorbeer je de hobbels met de knieën door ze los en licht gebogen te houden.
Gebruik je gewicht. Houd je gewicht gelijkmatig over beide voeten verdeeld. Om te draaien, leun niet, maar leg meer gewicht op één ski – om naar rechts te draaien, oefen je druk uit op je linker ski en vice versa om naar links te draaien. Richt je lichaam en heupen in de richting waarin je wilt gaan.
Naarmate je vaardiger wordt, kun je beginnen met het uit het water tillen van een ski en het oefenen van het skiën op één been. Hierdoor kun je doorgroeien naar een monoski, waarmee je sneller kunt carven. Op een monoski staan je voeten achter elkaar, de voorste voet zit in een binding terwijl de achterste in een lus zit.
Als je een monoski gaat gebruiken, verander dan je grip op de touwhandgreep. Op twee ski’s staat het handvat horizontaal en kun je met beide handen vasthouden. Draai voor monoskiën de hendel zodat deze verticaal staat en plaats een hand aan beide kanten.
Permalink
Heeft iemand een idee hoe veel dat zo ongeveer zou kosten?