Een reddingsvest moet met regelmaat worden gekeurd om de veiligheid aan boord van de boot te kunnen garanderen. Je kunt het vest zelf controleren of uitbesteden aan een bedrijf die gespecialiseerd is in het keuren van reddingsvesten.
Er bestaan twee soorten vesten, het vaststof reddingsvest en het automatische reddingsvest.

Vaststof reddingsvest
Dit vest is gevuld met schuim en heeft hierdoor een drijvend vermogen. Dit vest moet jaarlijks gekeurd worden, maar bestaat niet uit diverse onderdelen die onderhouden moeten worden. Wel moet de algemene staat worden gecontroleerd om na te gaan of er geen afwijkingen worden geconstateerd.
Als het gaat om een automatisch reddingsvest, moeten de volgende punten worden gecontroleerd:
Algemene staat
Je begint met het kijken van de algemene staat van het reddingsvest. Je dient na te gaan of de naden en banden van het vest goed vastzitten en of alle andere onderdelen er nog aan zitten en niet los beginnen te raken.
CO2patroon
Het CO2 patroon (gaspatroon) zit in een metalen houder vast. Mocht je niet weten of het reddingsvest al een keer is gebruikt, ga dan na of het patroon intact is of dat er toch een gaatje in zit. Mocht er sprake zijn van een gaatje, dan heeft het vest geen opblaascapaciteiten meer en moet het patroon worden vervangen voor een nieuwe. Daarnaast weeg je het CO2 patroon om te kijken of het gewicht dat op het patroon zelf staat, ook wordt aangegeven op de weegschaal. Als het gewicht afwijkt, dan loop je het risico dat het vest zich niet meer volledig kan opblazen.
Dan heb je nog de zoutpil die ook in de metalen houder van het CO2 patroon vast zit. Wanneer de pil in aanmerking komt het water lost het op en zorgt ervoor dat het CO2 patroon afgaat, waardoor het reddingsvest zichzelf opblaast. Op de metalen houder zitten indicatoren die door middel van een groene kleur aangeven of het CO2 patroon werkt en intact is. Geeft het een rode kleur aan of niets? Dan dient het CO2 patroon en/of de zoutpil vervangen te worden.
De zoutpil moet gecontroleerd worden op productiedatum. Uit voorzorg moet hij na een bepaalde periode vervangen worden.

Druktest
De laatste test om na te gaan of het reddingsvest nog goed functioneert, is het vest op te blazen door middel van het oranje mondblaaspijpje dat op het zogeheten drijflichaam zit. Zo ga je na of er geen lek wordt gedetecteerd. Het mondblaaspijpje geeft vanzelf aan dat er geen lucht meer in kan.
Door het zogeheten drijflichaam 24 uur opgeblazen te houden, kan worden nagegaan of de druk van het vest instant blijft en er geen lek wordt gedetecteerd.
Leeglopen
Het vest moet je na controle weer leeg laten lopen. Dit doe je door het ventiel in het oranje mondblaaspijpje iets in te drukken. Wanneer de lucht uit het vest is gelopen, volg je de vouwlijnen in het materiaal om het vest op te vouwen.
Na alle controles en het opvouwen van het vest, is het noodzaak om in het vest met watervaste pen de datum van controle te noteren. Zo weet je wanneer het vest voor het laatst is getest en wanneer het weer zou moeten. Ook biedt het je zeker- en veiligheid dat het reddingsvest optimaal zijn werk doet indien van toepassing.