Om een kanaal goed te laten functioneren zijn sluizen nodig. Deze helpen namelijk om het waterniveau op peil te houden. Een andere functie van de sluis is om passerende schepen en boten van het ene waterniveau naar het andere waterniveau te sluizen.
Is varen door een sluis niet je meest favoriete bezigheid? Wees gerust, veel mensen die met hun boot richting een sluis komen varen krijgen er zweethanden van. Sluizen zijn echter maar moeilijk te vermijden als je met de boot op weg gaat. Ben je geen fan van het aanmeren en kun je wel wat tips gebruiken? Dan zijn de volgende tips zeer waardevol voor jou!
Met deze tips vaar je moeiteloos door een sluis
• Check de almanak of het pilot boek voor informatie over de sluis, je kunt er informatie vinden die handig kan zijn zoals regels en openingstijden. niet bij alle sluizen is deze informatie echter aanwezig.
• Voordat je bij een sluis komt is het handig om te weten of je wilt afmeren bij de hoge of lage wal. Houdt de lijnen gereed aan beide kanten want de sluismeester kan anders aangeven, of je moet aanpassen vanwege drukte. De hoge wal heeft als voordeel dat je eenvoudiger kunt wegvaren. Het voordeel van de lage wal is dat je vanzelf tegen de muur aan drijft tijdens het afmeren.
• Hang je stootwillen ruim van te voren op. Dit kun je het best aan beide kanten doen, of je moet zeker weten aan welke wal je aanmeert.
• Beroepsvaart gaat over het algemeen eerst, ze hebben voorrang. De sluiswachter kan afwijken van dit principe, dus wees alert. Vaar pas de sluis in als deze schepen vast en stil liggen. De schroef van het schip dient uit te staan. Jouw boot wordt lastig om te besturen als je in het schroefwater van dit schip terecht komt.
• Wanneer je bij een sluis aankomt vaar dan zo ver mogelijk naar voren of goed aan te sluiten achter de rij wachtende boten. Het is ook bij het aanvaren belangrijk om op de aanwijzingen van de sluiswachter te letten.
• Vaar niet te langzaam een sluis in, hou een redelijke vaart aan, rem wanneer je in de sluis bent. Zo houd je geen andere boten op.
• Zet de boot aan de voor- en achterkant goed vast, en bind de lijnen niet te strak vast. De boot moet kunnen meeveren met het water wat stijgt of zakt. Breng de lijn over de muur van de sluis en daarna terug op dek. Houd de lijn vast aan het uiteinde, trek aan of laat vieren indien nodig.
• Zet altijd de schroef uit en luister naar de instructies van de sluismeester, eventueel via de marifoon.
• De beroepsvaart gaat ook als eerste de sluis weer uit.
De sluis verlaten
Wanneer je de sluis uitvaart gelden er vanzelfsprekend ook regels. Nadat de beroepsvaart is vertrokken varen de voorste boten weg. Vaar je weg van een hoge wal dan maak je eerst de voorste lijn los, de boeg zal zich van de wal afwaaien. Heb je genoeg ruimte dan maak je de achterste lijn los en vaar je weg.
Van de lage wal wegvaren kan iets lastiger zijn. Gebruik de achterste lijn om de achterkant van de boot naar de wal te trekken. Zo komt de boeg een stuk van de wal af te staan en kun je weg varen.